Vioolconcert Op.53 Antonin Dvorak (1841-1904)
Na de succesvolle uitgave van de Slavische Dansen richtte de uitgever Simrock aan Antonin Dvorak het verzoek om een vioolconcert te schrijven. Het concert zou "origineel, vol met zangerige melodieën, en voor goede violisten" moeten worden gecomponeerd.
In 1879 was het manuscript klaar en Dvorak zond het vervolgens ter beoordeling naar de beroemdste vioolsolist van die tijd, Joseph Joachim. Joachim reageerde niet erg enthousiast op het werk. Met name de vorm en rijke instrumentatie konden Joachim niet bekoren.
Dvorak herschreef het concert en stuurde het wederom naar Joachim met de woorden "Ik heb geen enkele maat hetzelfde gelaten, enkele thema's heb ik behouden, maar ook nieuwe gecomponeerd".
Dvorak wachtte twee jaar op antwoord van Joachim. Toen Joachim eindelijk reageerde was hij nog steeds kritisch op het werk en vond dat het werk zowel in de solopartij als in de orkestratie nog veranderingen moest ondergaan. Dvorak voerde deze veranderingen door en in december 1882 werd er, op dringend verzoek van uitgever Simrock, een repetitie georganiseerd waarbij het stuk voor het eerst werd doorgespeeld met Joachim als solist.
Joachim was echter nog steeds niet bereid om als solist tijdens de première van het vioolconcert te spelen ("het werk is er nog niet klaar voor om een première te beleven"). De Tsjechische vioolsolist Frantisek Ondricek was wel bereid om te spelen, en op 14 oktober 1883 vond de première plaats in Praag met het Orkest van het Nationale Theater Praag onder leiding van dirigent Moric Anger. Tijdens zijn lange solo carrière bracht Ondricek het concert veelvuldig ten gehore in de belangrijkste concertzalen in Europa. Het vioolconcert verwierf daar mee een plaats tussen de grote vioolconcerten uit die tijd van Johannes Brahms, Robert Schumann en Max Bruch.
Antonin Dvorak
Symfonie nr. 5 Johann Wenzel Kalliwoda (1801-1866)
Het begrip 'hofmuziek' associëren de meeste mensen met de muziekgeschiedenis van vóór 1800, toen het zogeheten 'ancien regime' nog stevig in het zadel zat. Maar ook na de Franse revolutie en de opkomst van meer burgerlijk georiënteerde regeringen bleef hofmuziek in Europa bestaan als vanzelfsprekend bestanddeel van de culturele uitstraling van de residenties in Duitsland, Frankrijk en andere landen. Zodoende kon het gebeuren dat Johann Wenzel Kalliwoda , nagenoeg zijn hele werkzame leven als hofmusicus doorbracht. Na een studie in zijn geboortestad kwam hij in 1822 in Donaueschingen terecht aan het hof van het geslacht Fürstenberg en daar zou hij tot aan zijn pensioen blijven. De Symfonie nr.5 Op.106 ontstond in 1839en zullen ongetwijfeld hun eerste uitvoering hebben beleefd door het hoforkest, geleid door Kalliwoda, met een vorstelijk gehoor. Maar ook het burgerlijke publiek luisterde destijds met veel genoegen naar Kalliwoda's muziek, want hij werd bij leven algemeen tot de vooraanstaande meesters van zijn tijd gerekend. De symfonieën van Kalliwoda worden zelden uitgevoerd maar zijn zeker het beluisteren waard! Ze sluiten stilistisch eerder aan bij Mozart dan bij Beethoven en werden door tijdgenoot Robert Schumann beschreven als "witte, doorzichtige pareltjes".
Johann Wenzel Kalliwoda
Ouverture "De Kus" Bedrich Smetana (1824-1884)
Smetana componeerde de opera "De Kus" in de periode dat hij kampte met tinnitus en doofheid. Het componeren was voor hem nog wel mogelijk, hoewel het donderende geraas in zijn hoofd onophoudelijk tekeer ging. Hij was ook niet in staat om de première in Praag op 7 november 1876 te dirigeren, maar de opera in twee akten werd een groot succes.
Deze komische opera, gebaseerd op een libretto van Eliska Krasnohorska, was Smetana's zesde opera en tevens de op een na meest gespeelde opera's in Praag (De verkochte Bruid werd het meest uitgevoerd).
Tot op heden is de opera nog steeds erg populair in Tsjechië en wordt door zowel professionele als amateurmusici met veel plezier gespeeld.
Bedrich Smetana
Brazileira Darius Milhaud (1892-1974)
Brazileira (mouvement de Samba) is het laatste deel uit het driedelige werk Scaramouche dat Milhaud componeerde in 1937 in opdracht van de pianiste Marguerite Long. De première van deze compositie voor twee piano's vond plaats op 1 juli 1937. In 1939, minder dan twee jaar later, maakte Milhaud een bewerking voor altsaxofoon en symfonieorkest, die in première ging in juni 1940 met Marcel Mule als solist.
Suite des Danses Benjamin Godard (1849-1895)
Benjamin Godard , afkomstig uit een bemiddelde familie, studeerde al vrij jong harmonieleer aan het Conservatorium van Parijs en viool bij de beroemde virtuoos op de viool Henry Vieuxtemps. Hij begeleidde Vieuxtemps enkele keren op zijn tournee door Duitsland, en wijdde zich verder aan het componeren van kamermuziek. Hij dong twee keer mee naar de prestigieuze Prix de Rome. Godard verdiende de kost als violist totdat eind jaren ’60 zijn muziek de aandacht begon te trekken van muziekuitgevers. Zijn reputatie als een bekwaam en productief componist groeide gestaag, en toen in 1878 zijn symfonie voor koor en orkest Tasso werd bekroond met de Prix de Ville de Paris, werd hij nog bekender. Vanaf dat moment werd hij ook tot de vooraanstaande Parijse musici gerekend. Suite de Danses bestaat uit de delen: Menuet, Rigodon en Gigue. Het werk is gebaseerd op een aantal oude dansen uit de barok, maar zoals de ondertitel van het werk al zegt: danses anciennes et modernes, geeft Godard een hele eigen "moderne" invulling aan deze oude dansen.